Landschap als onderlegger
De Lingebuurt, deelplan 2 van de locatie Westeraam, ligt aan de oostrand van het dorp. Vanwege de uitgesproken wens voor ‘dorps bouwen en wonen’ heeft dit geleid tot een sterke samenhang tussen de ruimtelijke opbouw van de uitbreiding en het aanwezige landschap. Het stedenbouwkundig plan is gebaseerd op het onderliggende stroomruggenlandschap, gevormd door verdwenen rivierlopen. Samen met de agrarische blokverkaveling heeft dit geleid tot een verwrongen gridstructuur van landschappelijke lijnen.
Variatie binnen het grid
Binnen dit grid wordt onderscheid gemaakt tussen noord-zuid lopende woonstraten en oost-west liggende woonpaden. De straten volgen de stroomruggen, zijn dichter bebouwd en kennen een formeel profiel met verhoogde trottoirs, langsparkeren en een brede rijbaan. De paden vormen de verbinding met het landelijke gebied, krijgen een losser beeld en hebben een informeel profiel zonder onderscheid tussen de verschillende verkeersstromen en groene bermen. Tot slot bevinden zich binnen de Lingebuurt een aantal Gaarden. Deze vormen een bijzonder groene plek binnen het grid en dienen als oriƫntatiepunt in de buurt. Ze hebben een min of meer toevallige positie, alsof het gespaarde groenelementen betreft.
Eenvoudige spelregels
Voor de woonbebouwing wordt uitgegaan van het Hollandse huis van twee lagen met een kap. Langs de woonstraten zijn dit met name rijwoningen die met hun strakke rooilijn en langskappen het stromende karakter ondersteunen. Langs de paden komen overwegend vrijstaande wonin-gen en tweekappers. Door verschillen in rooilijnen en kaprichtingen kan hier veel meer variatie ontstaan. De diepe voortuinen en de groene erfscheiding zorgen hier voor een landelijk beeld.